189 Tik de lijn kaarten + 5 posters
Leerdoel: Ik kan woorden, van de categorieën: -nk/-ng, -ch(t) en -ei/-ij foutloos spellen.
Het spelverloop:
De klas wordt verdeelt in twee teams (bij een grote klas, kun je overwegen om twee speelvelden te maken). Beide teams hebben hun eigen “achterlijn/teambasis”. De leerkracht bepaald welk team de eerste stap over de lijn zet en het spel begint. Degene die het laatst zijn/haar achterlijn getikt heeft (met de voet), mag de tegenspeler tikken. Ben je getikt, dan moet je in elke cirkel een woord uit desbetreffende categorie opschrijven. Mocht het lastig zijn een woord te bedenken, gebruik dan de posters uit dit document. Hang deze elders op het schoolplein zodat leerlingen hierheen moeten rennen en het woord moeten onthouden, voordat ze het kunnen opschrijven. Tijdens het spel kunnen ook categorie woorden worden geroofd bij het andere team. Op de achterlijn staan bakjes met hierin categorie-woorden. Heb je een woord geroofd, dan leg je deze in de juiste emmer/cirkel. En kun je verder spelen.
De geroofde woorden tellen als punten. Het team met de meest geroofde woorden, in de juiste categorie cirkel, wint het spel.
35 Mix & ruil kaarten
Leerdoel: Ik kan mijn mening geven en goed reageren op de mening en informatie van een ander.
Het spelverloop:
De kinderen krijgen ieder een kaartje met een stelling. De stellingen zijn erg uiteenlopend, maar passend bij de belevingswereld van de kinderen. Hierdoor kunnen zij met elkaar in discussie over één of beide stellingen.
Met de kinderen spreek je het speelveld af. De kinderen mogen elkaar nu tikken, is iemand getikt. Dan leest één van de spelers een stelling voor, hierover proberen beide spelers een mening te vormen. Deze vertellen ze aan elkaar, a.d.h.v. argumenten. De spelers wisselen nu hun kaarten, of bespreken ook de andere stelling.
Daarna gaan zij een andere speler proberen te tikken. Het spel stopt, als dit door de leerkracht wordt aangegeven.
28 Parcours run kaarten
Leerdoel: Ik kan optellen en aftrekken in het getallengebied tot 1000, met overschrijding van het tiental.
Het spelverloop:
Vooraan het parcours staat een bakje met sommen. De speler pakt de som en rent/springt hiermee over het parcours. Aan het einde van het parcours staan de gelabelde emmers, de leerling loopt naar de emmer waarop zijn/haar voorkeursstrategie staat. De leerling rekent de som uit, met stoepkrijt rond de gekozen emmer/strategie. En doet het kaartje in deze bak.
Is de som gemaakt? En zit het kaartje in de emmer van de voorkeursstrategie. Dan komt de leerling terug en neemt hij/zij een ander parcours, met een nieuwe som.
Wanneer de leerlingen de complete som en berekening met stoepkrijt op het schoolplein noteren. Kun je met de gehele klas opzoek naar fouten, om van de te leren! Zo zijn leerlingen kritisch aan het kijken, naar andere berekingen.
Spelling dictee
Leerdoel: Ik kan woorden, van de categorieën: -nk/-ng, -ch(t) en -ei/-ij foutloos spellen.
Het spelverloop:
De leerlingen worden verdeeld in duo’s. Een van de twee bepaald tijdens de activiteit de beweging, dit wisselen de leerlingen steeds af. De leerkracht geeft een start sein, vervolgens rent één van de twee leerlingen naar de dictee lijst, de ander bedenkt een beweging. De leerling komt terug en zegt het woord één keer helemaal hard op. Terwijl de leerlingen de beweging doen (op hun plek), noemen ze om beurten een letter van het dicteewoord.
Vervolgens worden de rollen omgewisseld en begint het spel opnieuw.
28 Ringwerp kaarten
Leerdoel: Ik kan optellen in het getallengebied tot 1000, met overschrijding van het tiental.
Het spelverloop:
Een leerling pakt een getal kaart met daarop bijvoorbeeld het getal 346. Vervolgens gooit deze leerling met een ring/pittenzak, en moet hij/zij de som uitrekenen plus het gegooide aantal van de ring. Hoe meer getallen er gegooid kunnen worden, hoe meer verschillende sommen er worden gemaakt.
20 Zweeds loopspel kaarten
Leerdoel: Ik kan een lidwoord, voorzetsel, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord aanwijzen in een zin.
Het spelverloop:
Iedere leerling krijgt een invulblad. De leerlingen lopen/rennen over het schoolplein opzoek naar een vraag. Is er een vraag gevonden, dan wordt deze beantwoord. Op elke kaart staat een nummer, het antwoord wordt ingevuld bij het overeenkomende nummer op het invulblad.
Let op: Je koopt deze producten als download.
* Niet alle producten staan op de afbeeldingen
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen voor dit lesmateriaal