Het spelverloop:
Maak groepjes van 4 tot 10 leerlingen. Deze leerlingen gaan bij elkaar zitten, met een gelijke afstand tot het midden van de tafel. Want op het midden van de tafel komt een voorwerp te staan die gegrepen moet worden. De kaarten worden uitgedeeld totdat deze volledig op zijn (er is dus geen pot).
De leerlingen leggen om de beurt een kaart voor zich neer. Zij pakken de kaart, door van zichzelf af te draaien. Zij mogen de kaart niet eerst zelf bekijken. Wanneer er twee kaarten met dezelfde waarde open op het speelveld liggen, wordt er naar het voorwerp gegrepen (dit zou ook een bel kunnen zijn) door de spelers van wie deze kaarten zijn. Als het voorwerp door een speler is bemachtigd, dan krijgt de speler wiens kaart gelijk was en het voorwerp niet heeft, de kaarten van degene met het voorwerp. Daarna begint de verliezer met het opleggen van een nieuwe kaart. Degene van wie de kaarten als eerste op zijn, heeft dit spel gewonnen.
Let op: Als het er tijdens het spel verkeerd wordt gegrepen. Dan moet deze speler alle open kaarten van het speelveld pakken. Inclusief de kaarten onder het voorwerp.
Leerdoel: Kan ongelijknamige breuken optellen en aftrekken.
Leerdoel: Breuken omzetten in kommagetallen en omgekeerd, zonder rekenmachine.
Leerdoel: Percentages aflezen van een strook.
Leerdoel: Percentages koppelen aan breuken.
Leerdoel: Rekenen met verhoudingen in een cirkeldiagrammen en met breuken.
Leerdoel: Je leert tijd omrekenen in minuten.
Let op: Je koopt deze producten als download.
* Niet alle producten staan op de afbeeldingen
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen voor dit lesmateriaal