Het spelverloop:
Iedere leerling krijgt één kaart met daarop een werkwoord en de te maken vervoeging.
Van tevoren wordt er aan de leerlingen uitgelegd of zij begrijpen wat de ‘vt’ en ‘tt’ betekenen. Daarnaast is het belangrijk om te vermelden dat de leerlingen ook het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord opschrijven bij het geven van het antwoord.
Het tik-spel begint. De leerlingen gaan elkaar tikken, ze schrijven het werkwoord van de tegenspeler op het plein met stoepkrijt. Hebben ze dat gedaan, dan wisselen zij hun kaarten. Is de speeltijd voor bij, dan gaan de leerlingen elkaar controleren. Dit controleren kan alleen, als de leerlingen het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord ook hebben opgeschreven.
Leerdoel: Ik kan werkwoorden foutloos schrijven.
Benodigdheden:
- Stoepkrijt
Let op: Je koopt deze producten als download.
* Niet alle producten staan op de afbeeldingen
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen voor dit lesmateriaal